Elke maand valt-ie weer op de mat: je Azure-factuur. En elke keer lijkt het bedrag een stukje hoger. Je vraagt je misschien af waar die stijging vandaan komt. En vooral: hoe je het onder controle krijgt. Klinkt dat herkenbaar voor je? Geen zorgen. Je bent niet de enige. Het begint allemaal met inzicht. Wat gebruik je nu eigenlijk? En heb je dat allemaal écht nodig? Klinkt logisch, toch? Maar in de praktijk zien we dat bedrijven regelmatig betalen voor dingen die ze helemaal niet meer gebruiken. Om de kosten voor Azure te verlagen is het belangrijk dat je antwoord krijg op deze twee vragen.
Laten we in dit artikel eens kijken wat je hier zelf aan kunt doen om grip te krijgen op die kosten.
Gebruik Azure Advisor
Een handige eerste stap is Azure Advisor. Deze tool helpt je om inzicht te krijgen in je verbruik en laat precies zien waar je mogelijk geld laat liggen. Denk aan ongebruikte servers of opslag die nergens meer aan vastzit. Door alleen te betalen voor wat je écht nodig hebt, kun je al flink besparen. Azure Advisor wijst je direct op dit soort verborgen kostenposten in je omgeving.
Opruimen van ongebruikte resources
Met dat inzicht kun je vervolgens aan de slag. Vaak kom je resources tegen die ooit voor een test zijn opgezet, maar nooit zijn opgeruimd. Of virtuele machines die al tijden uitstaan, maar waar je toch nog voor betaalt. Door die ongebruikte onderdelen op te schonen, betaal je voortaan alleen nog voor wat je echt gebruikt. En dat scheelt direct op je maandfactuur.
Als je de boel hebt opgeruimd, is het slim om te kijken naar de volgende stap: het slimmer inzetten van je resources. En daar komt autoscaling om de hoek kijken.
Wat is autoscaling in Azure?
Azure autoscaling zorgt ervoor dat je Azure-omgeving automatisch meegroeit met de drukte, én weer krimpt als het rustig is. Dat betekent dat je niet onnodig veel capaciteit klaar hebt staan, maar alleen wat je op dat moment nodig hebt. Ideaal dus: goede prestaties tijdens pieken, en besparing tijdens daluren.
Hoe werkt autoscaling precies?
Autoscaling werkt met slimme regels. Je stelt in wanneer Azure moet opschalen (bijvoorbeeld bij meer dan 70% CPU-gebruik), en ook wanneer het juist weer mag afschalen. Azure houdt alles continu in de gaten: de prestaties, het gebruik, en past je omgeving automatisch aan. Zo blijft je applicatie soepel draaien én hou jij grip op de kosten.
Let op: ga niet over-optimaliseren
Nu komt een belangrijk punt: probeer niet té zuinig te worden. Natuurlijk wil je kosten besparen, maar als je te ver doorschiet, kan dat ten koste gaan van de prestaties. Stel je voor dat je te agressieve autoscaling-regels instelt: dan kan je app bij drukte te traag reageren of zelfs tijdelijk onbereikbaar zijn. En dat wil je natuurlijk voorkomen.
Het gaat er dus om dat je de juiste balans vindt. Verwijder onnodige resources, stel slimme scaling in, maar zorg wel dat er altijd genoeg capaciteit is om je gebruikers een goede ervaring te bieden.
Hulp nodig?
Na het lezen van dit artikel een vraag? Benieuwd waarom Azure de standaard gaat zijn in 2023? Of hulp nodig bij het optimaliseren van Azure om de maandelijkse kosten drastisch te verlagen? Onze collega Arie van der Meer helpt je graag verder.